Fair Play en Gedragsregels

Fair Play
Op en naast de tennisbaan dient iedereen van pure recreant tot toptennisser, tennisleraar, scheidsrechter, toeschouwer, ouder of bestuurder/vrijwilliger zich eerlijk en sportief te gedragen. De KNLTB is daarom in 2014 gestart met het project integriteit.

TPV De Witte Raven heeft integriteit in alle geledingen van de tennissport hoog in het vaandel staan. In de strijd tegen ongewenst gedrag zijn er gedragscodes voor verschillende doelgroepen en is een Reglement Fair Play opgesteld door de KNLTB, waar iedereen onder valt en zich aan heeft te houden. Wij proberen met deze aanpak bewustwording te creëren bij iedereen en te voorkomen dat misdragingen plaatsvinden. Deze aanpak moet er daarnaast ook voor zorgen dat een overtreding van de nieuwe gedragscodes – een ‘misdraging’ – daadwerkelijk aangepakt wordt. Onder een misdraging wordt verstaan ‘een overtreding van een van de gedragscodes of een ernstige overtreding van de geldende reglementen en statuten van de KNLTB dan wel TPV De Witte Raven’. Ernstige misdragingen zullen veelal betrekking hebben op seksuele intimidatiematchfixing en onsportief gedrag, het toebrengen van lichamelijk letsel en andere misdrijven.

TPV De Witte Raven wil dat de tennissport sportief, veilig en respectvol blijft, want dit draagt bij aan een plezierige sportbeoefening. Het zorgt ervoor dat leden het plezier in het tennis behouden.

Gedragsregels
Als tennisvereniging hebben we bepaalde normen, waarden en gedragsregels waarvan wij verwachten dat leden ze herkennen en naleven. Samen met de KNLTB houden we de volgende 14 gedragsregels aan:

  • Iedereen is welkom in de tennissport ongeacht leeftijd, geslacht, geloofsovertuiging, kleur of seksuele geaardheid.
  • Toon respect voor de tegenstander, andere leden en bezoekers, op en buiten het tennispark.
  • Schud de hand van je tegenstander(s) voor en na de wedstrijd.
  • Plezier staat voorop, haal het beste uit jezelf.
  • Speel volgens de regels en zeg eerlijk als een bal in of uit is.
  • Tellen doe je hardop, heb je geen toeschouwers voor nodig.
  • Ouders, publiek en trainers bemoeien zich niet met wedstrijden.
  • Jij beslist over ballen aan jouw kant, je tegenstander aan zijn of haar kant, vertrouw elkaar.
  • Een compliment voor een goede bal (van je tegenstander) is heel normaal.
  • Spreek elkaar aan op ongewenst gedrag.
  • Rackets zijn om mee te tennissen, niet om mee te gooien.
  • Schelden, vloeken, discrimineren en pesten horen niet thuis op en naast de tennisbaan, beheers je.
  • De wedstrijd eindigt gezellig in de kantine.
  • Laat de tennisbaan, clubaccommodatie en kleedruimtes netjes achter, kost weinig moeite.

Bij het niet naleven van deze regels moeten in beginsel betrokkenen zelf elkaar hierop aanspreken. Bij een conflict kan het bestuur of de door het bestuur aangewezen persoon een bemiddelende rol spelen. Het schorsen van een lid is de uiterste sanctie die het bestuur kan opleggen.

Bij een sportvereniging hoort sportief gedrag. Helaas is dit niet vanzelfsprekend en is ongewenst gedrag binnen sportverenigingen een thema dat veelvuldig wordt besproken in de media. Als bestuur vinden we een veilig sportklimaat binnen de vereniging en goede omgangsvormen erg belangrijk. Om hier invulling aan te geven heeft het bestuur besloten enkele richtlijnen en afspraken vast te leggen middels een ‘beleid ongewenst gedrag’. Leidraad hierbij is de NOC-NSF ‘Toolkit Beleid Grensoverschrijdend Gedrag’ geweest.

Omgangsvormen/omgangsregels
Binnen sportverenigingen heb je te maken met intimiteit. Bij veel activiteiten is er sprake van lichamelijk contact. Gedacht kan worden aan het stoeien, in kleine ruimten vertoeven en het douchen in gemeenschappelijke ruimten. Ook worden er gemakkelijk opmerkingen gemaakt over de prestaties of het uiterlijk van een ander. Het actief hanteren en uitdragen van omgangsregels helpt om overschrijding van grenzen te voorkomen.

Hieronder vind je de omgangsregels voor alle leden en bezoekers van de vereniging, zoals deze door NOC-NSF zijn opgesteld, welke T.P.V. De Witte Raven ook wil uitdragen.

  1. Ik accepteer en respecteer de ander zoals hij is en discrimineer niet. Iedereen telt mee binnen de sportvereniging.
  2. Ik houd rekening met de grenzen die de ander aangeeft.
  3. Ik val de ander niet lastig. Ik berokken de ander geen schade.
  4. Ik maak op geen enkele wijze misbruik van mijn machtspositie.
  5. Ik scheld niet en maak geen gemene grappen of opmerkingen over anderen.
  6. Ik negeer de ander niet.
  7. Ik doe niet mee aan pesten, uitlachen of roddelen.
  8. Ik vecht niet, ik gebruik geen geweld, ik bedreig de ander niet.
  9. Ik kom niet ongewenst te dichtbij en raak de ander niet tegen zijn of haar wil aan.
  10. Ik geef de ander geen ongewenste seksueel getinte aandacht.
  11. Ik stel geen ongepaste vragen en maak geen ongewenste opmerkingen over iemands persoonlijk leven of uiterlijk.
  12. Als iemand mij hindert of lastig valt dan vraag ik hem/haar hiermee te stoppen.
  13. Als dat niet helpt, vraag ik een ander om hulp.
  14. Ik maak geen foto- of beeldopnames in het kleedlokaal c.q. in de doucheruimte.
  15. Ik help anderen om zich ook aan deze afspraken te houden en spreek degene die zich daar niet aan houdt erop aan en meld dit zo nodig bij het bestuur. 

Gedragsregels begeleiders in de sport
Omgangsregels kunnen gezien worden als algemene uitgangspunten voor gedrag. In de sport is de relatie tussen de trainer en de sporter erg belangrijk. Daarom heeft de georganiseerde sport gedragsregels vastgesteld. Deze gedragsregels zijn gericht op trainers/ coaches/ begeleiders/ kaderleden (verder in de tekst begeleider genoemd) en maken deel uit van het Tuchtreglement van de sportbond. De gedragsregels geven aan waar de grenzen liggen in het contact tussen begeleider en sporter.

Deze gedragsregels zijn opgesteld voor begeleiders in de sport aangezien uit cijfers blijkt dat plegers veelal begeleiders zijn en slachtoffers veelal sporter. De gedragsregels vormen – aangevuld met de omgangsregels – een richtlijn voor de omgang tussen sporters en begeleiders. Deze gedragsregels zijn anders dan omgangsregels afdwingbaar. Als een of meerdere gedragsregels overtreden wordt dan kan een tuchtprocedure met tuchtrechtelijke sancties volgen vanuit de sportbond.

Hieronder vind je een overzicht van de ‘Gedragsregels begeleiders in de sport’ zoals vastgesteld binnen de georganiseerde sport:

  1. De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig kan voelen.
  2. De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privé-leven van de sporter door te dringen dan nodig is in het kader van de sportbeoefening.
  3. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
  4. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
  5. De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
  6. De begeleider onthoudt zich van (verbale) seksueel getinte intimiteiten via welk communicatiemiddel dan ook.
  7. De begeleider zal tijdens training(stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer.
  8. De begeleider heeft de plicht – voor zover in zijn vermogen ligt – de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
  9. De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
  10. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien de begeleider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragsregels zal hij de daartoe noodzakelijke actie(s) ondernemen.
  11. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.

(‘Gedragsregels begeleiders in de sport’ zoals vastgesteld in de Blauwdruk Tuchtreglement Seksuele Intimidatie in de AV van NOC*NSF van 15 november 2011)

Wanneer een lid van de sportvereniging zich niet houdt aan de gedragsregels dan heeft het bestuur de opdracht de regels te handhaven. Om dit te kunnen doen zal uitgezocht moeten worden wat er is voorgevallen. Het beginsel hoor en wederhoor moet dan worden toegepast. De sportbond kan de vereniging ondersteunen bij een dergelijk onderzoek maar ook met de afhandeling daarvan. Mocht het zo zijn dat er sprake is van seksuele intimidatie dan kan dit niet op verenigingsniveau worden afgehandeld. In zo’n geval zal contact gezocht moeten worden met de sportbond. De bond en de  vereniging kunnen dan overleggen over het vervolg van de zaak. Het is mogelijk dat er ook door justitie een onderzoek wordt uitgevoerd en in zo’n geval zal het onderzoek van justitie eerst afgerond moeten zijn voor de zaak binnen de sport onderzocht kan worden. De meeste sportbonden laten het onderzoek op het terrein van Seksuele Intimidatie (SI) uitvoeren door het Instituut voor Sport Rechtspraak (ISR). Er zijn ook een aantal bonden die zelf een tuchtcollege kunnen samenstellen om het onderzoek te kunnen doen en ook een uitspraak kunnen doen. Wanneer een tuchtcollege een uitspraak doet over een zaak die te maken heeft met Seksuele Intimidatie, dan wordt de uitspraak vastgelegd in het register tuchtrechtelijke uitspraken SI (‘zwarte lijst’). Deze procedure bestaat uit een aantal stappen die achter elkaar gezet moeten worden. Om succesvol te zijn is het daarom ook van groot belang dat een vereniging bij een vermoeden van Seksuele Intimidatie contact zoekt met de bond en zeker niet zelfstandig onderzoek gaat doen, laat staan sancties opleggen. Deze werkwijze kan in veel gevallen wat overdreven lijken. Helaas leert de ervaring dat zaken die klein lijken toch groot kunnen zijn. Daarbij komt ook dat je als bestuurder door te overleggen rugdekking krijgt. Dat is belangrijk omdat bestuurlijke beslissingen op dit terrein soms de media kunnen halen of later nog in een rechtszaak ter discussie kunnen staan.

Adviseurs van Vertrouwenspunt Sport ondersteunen zowel verenigingen als sportbonden bij de stappen die genomen moeten worden. Hieraan zijn geen kosten verbonden.